Sint-Laurentius

In het begin van de jaren 1870 waren verscheidene Veltemse muzikanten bij een fanfare in het naburige Erps aangesloten. Tijdens de winter van 1872-1873 wilden zij ook in Veltem een fanfare oprichten. De maatschappij kreeg de naam van de Veltemse patroonheilige en op 11 februari 1873 ondertekenden de stichters van Fanfare Sint-Laurentius het reglement, dat nog steeds bewaard wordt. Het eerste vaandel van de fanfare kwam van een Leuvense kegelvereniging die men ontbonden had, de eerste voorzitter was de burgemeester van Veltem en de eerste dirigent kwam als herbergier aan de kost. Decennia lang plaatste de fanfaremaatschappij de meiboom te Veltem en zij verzorgde jaarlijks een muziekconcert én een toneelopvoering in zaal Sint-Elooi, het latere Brouwershof aan de Overstraat. Op het einde van de 19de eeuw kenden ook de uitstappen - bv. in 1883 naar Blankenberge - een groot succes. Muzikaal ging het de fanfare alleszins voor de wind: in 1908 behaalde ze op een internationaal muziektornooi te Anderlecht een eerste prijs. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden alle activiteiten stilgelegd. Toen in 1914 Duitse soldaten het splinternieuwe vaandel van Fanfare Sint-Laurentius opeisten, hield Frans De Backer, smid, herbergier en lokaalhouder, een verkenningspeloton op afstand … met een hamer. Om moeilijkheden te vermijden trokken de Duitsers zonder vaandel verder. Twee jaar na de viering van haar 50-jarige bestaan verkreeg Fanfare Sint-Laurentius in 1925 officieel de eretitel 'koninklijk'. In 1929 kocht de maatschappij een koperen plaat om het vaandel te vervangen wanneer men bij slecht weer buitenkwam. Na de Duitse invallen in mei 1940 verdwenen veel muziekinstrumenten, en andere werden vernield. Ook de massief koperen leeuw die op de stok van het vaandel prijkte, overleefde de Tweede Wereldoorlog niet. Ongeveer 40 jaar lang - met een onderbreking omwille van de oorlog - dirigeerde Jozef Hiroux Koninklijke Fanfare Sint-Laurentius. De naoorlogse jaren waren succesrijk: het aantal muzikanten liep op tot 62, er volgden ongeveer 30 leerlingen muziekles, en er waren tot 128 niet-spelende leden bij de maatschappij aangesloten.

In 1954 vond een memorabele eendaagse muziekreis naar Luxemburg plaats. Om te beginnen vertrokken de bussen veel te laat, zodat het voorziene concert gemist werd. Gelukkig kon de fanfare later dan gepland toch nog een deuntje spelen. Tijdens de terugreis liep het echter weer mis. De bussen waren zo versleten dat de ene na de andere onderweg de geest gaf. De laatste muzikanten arriveerden in Veltem … 's anderendaags om 10 uur.

De Veltemse fanfare oogstte muzikaal veel succes: het wegkapen van de 3de plaats op het nationaal kampioenschap te Knokke in 1964 is slechts één voorbeeld. Na de viering van het 100-jarige bestaan in 1973 onderging de eeuweling een verjongingskuur: in die periode ontstond onder de bezielende leiding van secretaris Richard Van Roey een jeugdorkest van een 25-tal jonge musici in spe. Om uiteenlopende redenen haakten de meesten echter vlug af.

Het dirigeerstokje werd in 1978 overgenomen door François De Backer. Hij nam die taak enthousiast op zich, misschien ook omdat zijn overgrootvader een van de stichters van de fanfare was én omdat hij zijn eerste stappen in de muziek bij Sint-Laurentius zette. François De Backer hervormde de muziekvereniging tot een brassband. In 1981 verhuisde de brassband naar het nieuwe lokaal achter café ’t Rozenhof onder de kerktoren van Veltem. Een jaar later kwam de fusie met Koninklijke Fanfare De Eendracht uit Everberg tot stand.